Stoffen als tri en per kunnen als zware, dichte vloeistof door meerfasenstroming in diepere aquifers binnendringen. Stoffen met deze eigenschappen worden DNAPLS genoemd. Voor de tri-verontreiniging waarmee waterleidingbedrijven in de omgeving van Hilversum sinds 1977 kampen is nagegaan of de aanwezigheid van pure tri in de ondergrond als bron van de problemen fungeert. Op grond van concentratiegegevens uit de grondwatermeetnetten en uit de interceptieputten is aannemelijk gemaakt dat dit inderdaad het geval is en dat de verontreinigingsbron tot een diepte van 50 m is weggezakt. Uit reacties van het concentratieverloop op veranderingen in de grondwaterstromingsrichting kon de positie van de ondergrondse bron beter worden geschat. Het verdient aanbeveling in het grondwaterbeschermingsbeleid speciale aandacht te besteden aan het verspreidingsgedrag van DNAPL’s.