Na de extreme neerslaggebeurtenissen in 1998 en de daaropvolgende afspraken in de Nationale Bestuursakkoorden Water toetsen de waterschappen hun watersystemen aan normen voor regionale wateroverlast. Deze normen zijn vastgelegd in provinciale verordeningen. De toetsing resulteert in de zogenoemde Wateropgave. Vaak worden voor de toetsing de langjarige neerslag- en verdampingsreeksen van KNMI station De Bilt, of daarvan afgeleide reeksen of statistieken, als basis gebruikt. In een onderzoek voor het stroomgebied van de Reusel kwam naar voren dat in de laatste helft van de twintigste eeuw een klimaatverandering is opgetreden. Dat inzicht is niet nieuw en volgt ook uit de klimaatatlassen die het KNMI periodiek publiceert. De klimaatverandering heeft een duidelijke invloed op de waterstandstatistiek en daarmee ook op de Wateropgave. Deze klimaatverandering wordt in de praktijk echter niet verdisconteerd in de neerslagreeksen die worden gebruikt voor bepaling van de Wateropgave. In technische termen: de reeksen worden niet gehomogeniseerd naar het klimaat van nu. Het gevolg is dat de waterstandstatistiek en daarmee de Wateropgave wordt onderschat. Voor het stroomgebied van de Reusel hebben we aangetoond dat de piekafvoeren naar het oppervlaktewater zelfs met 35% worden onderschat voor een gebeurtenis die eens per 100 jaar optreedt. We constateren daarom dat de Wateropgave door de reeds opgetreden klimaatverandering significant wordt onderschat. Is hier sprake van vergeten klimaatontwikkeling?