In verband met de winning van gas uit de diepe ondergrond (dieper dan ca. 1000 m) zijn het ontstaan en de verplaatsing (migratie) ervan uitvoerig bestudeerd. Aardgas ontstaat, bij hoge druk en temperatuur, door omzetting van organisch materiaal. Daarom wordt het ook wel thermogeen gas genoemd. Het gesteente waarin het wordt gevormd, staat bekend als (gas)moedergesteente. Wegens het verschil in dichtheid zoekt het gas zich na vorming een weg naar boven tot een voor het gas ondoorlatende klei- of zoutlaag (stromingbarrière) die verdere migratie verhindert. Onder zo’n stromingbarrière raakt de ruimte tussen de meestal verkitte (sediment)korrels gevuld met gas (accumulatie). Het gesteente waar opslagplaats vindt wordt reservoirgesteente genoemd. Afhankelijk van het scheefgesteld of geplooid zijn van het barrièregesteente is naast verticale migratie laterale migratie mogelijk.