Vegetatieopnamen kunnen worden gebruikt voor het valideren van hydrologische modellen. Er zijn in Nederland zeer veel goed gelokaliseerde opnamen voor dit doel te gebruiken; desgewenst kan men gericht opnamen bijmaken om extra informatie te verzamelen van het modelgebied. Bovendien schept deze studie gunstige verwachtingen van het NHI om samen met ecohydrologische modellen te komen tot een goede voorspelling van de vegetatie op nationale schaal. Worden die modellen gebruikt voor klimaatprojecties, dan geldt dat klimaatrobuuste maten als zuurstofstress en droogtestress moeten worden toegepast en dat karakteristieke grondwaterstanden, zoals de GVG, uit den boze zijn. Onzekerheden in het NHI zullen altijd blijven bestaan en de kunst is daar verstandig mee om te gaan. Dat kan STROMINGEN 17 (2011), NUMMER 2 25 met Probe, want dit model biedt de mogelijkheid onzekerheden in de hydrologische invoer door te vertalen in de uitkomsten. Dat leidt dan, per rastercel, tot de gesimuleerde kans op voorkomen van vegetatietypen, inclusief de bandbreedte rond die kansen (Witte e.a., 2010). Deze informatie kan daarna weer worden geaggregeerd tot handzame informatie, bijvoorbeeld tot gesimuleerde oppervlakten van verschillende natuurtypen binnen de EHS of tot een kaart met de natuurwaarde van Nederland, uiteraard weer met vermelding van de onzekerheidsmarges.