De eerste stap naar sleufloze drainage was de invoering van de moldrainage. Deze methode werd al op het einde van de lBe eeuw in Engeland toegepast. Bij moldrainage worden met een molploeg, die voorzien is van een verticaal mes en een kogel, gangen in de grond getrokken voor de afvoer van water. Spoedig na de ~ngelseu itvinding vond deze methode ook toepassing in kleigronden in Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. Op het vasteland van Europa, inclusief ons land, kwam de aanleg van moldrainage in landbouwgronden veel later, namelijk pas in 1925, uitgebreid op gang. Tegenwoordig past men moldrainage in combinatie met buizendrainage nog volop toe in slechtdoorlatende kleigronden in Engeland, Wales en Ierland. De scheuren die de molploeg in de klei maakt, zorgen voor de afvoer van water naar de molgangen. Lichtere gronden en kleigronden van wisselende samenstelling zijn niet geschikt voor moldrainage, omdat de molgangen zeer snel instorten. Sinds de jaren dertig hebben diverse onderzoekers experimenten uitgevoerd om de molgangen te verstevigen en van buizen te voorzien. Een opeenvolging van experimenten leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van de sleufloze drainage met ribbelbuis.