Rijkswaterstaat heeft door middel van peilbesluiten en waterakkoorden afspraken gemaakt met andere partijen over peilhandhaving, hoogwaterafvoer, wateraanvoer en verziltingsbestrijding. De beschikbaarheid van kunstwerken als stuwen, spuisluizen en gemalen is belangrijk om deze afspraken na te komen. Echter, in de praktijk is 100% beschikbaarheid onmogelijk, storingen kunnen zich altijd voordoen. Deze storingen beïnvloeden weer de mate waarin gemaakte afspraken kunnen worden nagekomen. Er is dus een relatie tussen de intensiteit van beheer en onderhoud (en de bijbehorende kosten) en de mate van nakomen van de gemaakte afspraken. Rijkswaterstaat wil deze relatie transparant maken, om zo de kosten van het beheer en onderhoud af te stemmen op de gemaakte afspraken (prestatiemanagement). Om dit mogelijk te maken heeft Rijkswaterstaat aan HKV Lijn in Water gevraagd een model (proof-of-concept) te ontwikkelen voor het Volkerak-Zoommeer. Tijdens hoge aanvoeren op dit meer kan overtollig water worden gespuid via de Bathse spuisluis. Het model berekent de invloed van storingen van de spuisluis op de meerpeilstatistiek, waarbij het meerpeil in dit geval de ruimtelijk gemiddelde waterstand van het meer betreft: een maat voor de ‘vulling van de bak’. Dit model, DEVO genaamd, wordt in dit artikel gepresenteerd. Omdat een aanpak via het gepresenteerde modelconcept veelbelovend
blijkt, zullen we in de komende jaren ook voor de andere functies en watersystemen soortgelijke modellen ontwikkelen.