Metingen van de ondiepe grondwaterkwaliteit op proefboerderij De Marke tonen een grillig temporeel verloop. Een cyclisch seizoenaal verloop zoals dit wordt beschreven door verscheidene auteurs, waarbij de hoogste (nitraat-) concentraties worden gevonden in periodes met grote regenval, stikstofophoping in de bouwvoor en het braakliggen van akkers (herfst, winter en vroege voorjaar), wordt soms in enige mate, maar vaak ook niet teruggevonden. Het blijkt grotendeels toeval te zijn ofpiekconcentraties worden vastgesteld met een vaste meetperiode in het najaar, zoals wordt toegepast bij de meeste provinciale bodemkwaliteitsmeetnetten. Mogelijk speelt een rol dat op deze proefboerderij bemesting en nitraatuitspoeling sinds 1990 sterk verminderd zijn ten opzichte van reguliere landbouwbedrijven. Op De Marke worden de grootste seizoensvariaties in grondwaterkwaliteit teruggevonden tot een diepte van 5-6 m beneden maaiveld. Beneden deze diepte spelen geochemische processen een belangrijke bufferende rol. Bij het in beeld brengen van temporele variatie in grondwaterkwaliteit is de filterlengte bepalend voor de mate waarin seizoensinvloeden worden uitgedempt. Op basis van gegevens van peilbuizen en minifilters van het bovenste grondwater, blijkt de seizoensvariatie tussen maximale en minimale nitraatconcentatie een factor 2-4 te bedragen. Echter, hoe kleiner de filterlengte, hoe groter de temporele variatie en hoe vaker je dus moet meten om een structurele langjarige trend te monitoren. De filterlengte moet dus zorgvuldig worden afgestemd op het meetdoel.