Hydrologisch onderzoek en advies wordt veelal ondersteund door rekenmodellen van diep grondwater, onverzadigde zone en oppervlaktewater die aan elkaar gekoppeld worden. In Nederland is in de negentiger jaren geconstateerd dat modellen vaak slecht koppelbaar zijn en hierdoor onder meer samenwerking tussen de verschillende kennisinstituten en specialismen gehinderd wordt (STOWA, 1997; Zanting e.a., 1997). Andere punten van zorg zijn de ontwikkeling van ad-hoc koppelingen waardoor ‘specials’ ontstaan, die vervolgens moeten worden onderhouden. Om de situatie te verbeteren is onder leiding van STOWA, RIVM, RIZA, Alterra, WL|Delft Hydraulics en NITG-TNO het project ‘standaard raamwerk applicatie’ uitgevoerd (Van der Wal, 1999). Dit Nederlandse project heeft een vervolg gekregen in het project ‘HarmonIT – IT Frameworks’ (www.harmonit.org). Dit project is medegefinancierd door de Europese Unie in het 5e Kaderprogramma Onderzoek. Het product van dit project heet OpenMI: ‘Open Modelling Interface’ (www.openmi.org). Dit is een set afspraken waaraan modellen moeten voldoen om met elkaar te kunnen communiceren. In tegenstelling tot ad-hoc koppelingen biedt OpenMI generieke oplossingen voor de technische aspecten van dergelijke koppelingen. OpenMI wordt langzamerhand door een groot aantal instituten en bedrijven in Nederland en Europa omarmd. Omdat de term OpenMI daarom steeds vaker valt volgt in dit artikel een korte kennismaking met OpenMI, in de vorm van een toelichting op de belangrijkste concepten.