Naar aanleiding van een definitiestudie voor de provincie Flevoland (Grontmij, 2006) is voorgesteld twee studies uit te voeren: één gericht op effecten van onttrekkingen
op een duurzaam grondwaterbeheer en één gericht op de kwetsbaarheid van het grondwatersysteem voor verontreinigingen. Dit artikel betreft de kwetsbaarheidsstudie.
Hierin wordt de vraag beantwoord in welke gebieden en op welke manier het grondwater in de provincie Flevoland kwetsbaar is voor kwaliteitsverslechtering, met
name voor bestrijdingsmiddelen. Het gaat daarbij vooral om het grondwater tot een diepte van 10 meter onder maaiveld en voor zoete grondwatervoorkomens ook om
grotere diepten. Kennis van de kwetsbaarheid van de ondergrond voor verontreiniging helpt om maatregelen in het juiste gebied in te zetten en is daarnaast van belang
om in te kunnen spelen op kansen en knelpunten die door toekomstige ingrepen en ontwikkelingen, zoals veranderingen in landgebruik, gebruik van grondwater, en kwaliteits- en kwantiteitsbeheer van het oppervlaktewater, kunnen ontstaan.