De meeste computerprogramma’s voor grondwatermodellering zijn geschreven in FORTRAN, C of Pascal. Menig geohydroloog heeft daar ook wel eens zelf in zitten programmeren en maar weinigen zullen daar plezier aan hebben beleefd. MATLAB leek een aardige verbetering te zijn. De MATLAB-taal is eenvoudig en flexibel, als men met matrices rekent is het verbluffend snel, het is productief om met de interactieve ‘prompt’ te werken en de grafische mogelijkheden zijn fantastisch (zie ook ‘Snelle oudjes gaan MATLAB’ door Kees Maas en Theo Olsthoorn in Stromingen 3 (1997), nr 4). Maar er kleven ook nadelen aan MATLAB. Alles is een matrix en dat is dan weer lastig, vooral als je een iets ingewikkelder computerprogramma zit te schrijven. Zo gauw je een do-loopje gebruikt, gaat de rekensnelheid met sprongen achteruit. Verder is object-georiënteerd programmeren in MATLAB erg onhandig en is MATLAB relatief duur. In dit artikel wordt een pleidooi gehouden voor een vrij nieuwe programmeertaal, namelijk
Python.