In voorliggend artikel wordt onderzocht in hoeverre de door Van den Akker (2013) geintroduceerde kromme om de doorwerking te beschrijven van een stijghoogteverlaging door waterwinning op de grondwaterstand in een matig tot slecht doorlatende toplaag erboven een verklaring kan zijn voor de achtergrondverlaging die Maas (2012) bepaalde
voor het gebied rond het Friese pompstation Terwisscha. Ook wordt nagegaan in hoeverre de door Van den Akker (2013) geïntroduceerde TSV (toegevoegde stijghoogte vergroting) nieuw is en wat deze precies inhoudt en in hoeverre de doorwerkcurve universeel mag worden geacht. Tenslotte wordt besproken in hoeverre de huidige hydrologische praktijk aanleiding kan zijn tot het onderschatten van verlagingen als gevolg van grondwateronttrekkingen.