Verschillende kaarten geven de diepte tot het freatische grondwater aan. Voorbeelden zijn de kaart van de grondwaterdynamiek, en kaarten die zijn gemaakt met modelinstrumentaria zoals het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium en de hydrologische component van Stone. Om hun bruikbaarheid te kunnen beoordelen moeten we weten hoe nauwkeurig deze kaarten zijn. In dit artikel beschrijven we hoe we een beeld kregen van de nauwkeurigheid door de kaarten te vergelijken met informatie
over de freatische grondwaterstand uit de Landelijke Steekproef Kaarteenheden. Deze steekproef werd destijds uitgevoerd op de bodemkaart van Nederland, schaal 1 : 50.000.