In ons land werd in 1849 voor het eerst uitgebreid aandacht besteed aan het gebruik van aarden buizen bij de ontwatering van landbouwgronden. Dit gebeurde tijdens het
IVe Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres, dat gehouden werd in Utrecht. Op dit congres werden modellen getoond van drains, ‘bedekte greppels, zoals die in Engeland
gebruikt worden tot afleiding van water in zware kleigronden’. Naar aanleiding daarvan werd een commissie benoemd die moest onderzoeken of ‘die drains in ons vaderland met vrucht kunnen worden gebezigd’. Koning Willem III toonde niet alleen belangstelling voor deze nieuwe techniek van ontwateren, maar droeg ook in belangrijke mate bij aan de opkomst van deze revolutionaire landbouwverbetering in ons land. Hij stelde zelfs uit eigen middelen drie machines beschikbaar voor het persen van de drainbuizen. Het graven van de drainsleuven, het leggen van de 30 centimeter lange aarden buizen en het dichtmaken van de sleuven gebeurden eertijds geheel met handkracht. In dit artikel wordt nader ingegaan op de opkomst, verbreiding en uitbreiding van de ontwatering met drainbuizen in de 19e eeuw. De voordelen voor de landbouw, maar ook voor de gezondheid van de mensheid zullen worden toegelicht.